Wie onder een
houten tongewelf
staat, realiseert zich meestal niet dat hij in
een
kapconstructie
kijkt. Een gedeelte is door het
beschot
aan het oog onttrokken,
maar de ruimte boven de
trekbalken
is vergelijkbaar met de
zolder
in een huis.
In een beperkt aantal gevallen zijn de
timmerlieden
erin geslaagd een
constructie te ontwerpen die het
zonder trekbalken
kan stellen, dan lijkt het houten tongewelf nog meer op de
stenen variant.
De vroege kappen zijn
sporenkappen,
de latere kennen een ritmische versterking door
spanten.
Beide soorten kunnen een ronde vorm omsluiten voor een tongewelf.
En in beide tongewelfvormige varianten zijn voorbeelden te vinden zonder beschot: de hele constructie is in één keer te overzien.
In zo'n geval zijn er drie mogelijkheden: de kap is onvoltooid gebleven, het beschot is later verwijderd.
En in sommige gevallen is het is nooit de bedoeling geweest om beschot aan te brengen.
De tonvorm is dan gekozen omwille van het fraaie effect.
Bij een tongewelfvormige sporenkap is dat het mooist te zien omdat de
halfronde vorm over de hele ruimte doorloopt.
Indien het beschot verwijderd is, dan hebben de
spijkers
gaatjes in de
sporen
achtergelaten.
Tekst: Jean Penders, 03-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders